Gelieve te noteren dat de registraties in dit dossier bij Deminor sinds geruime tijd gesloten zijn.
Deminor behandelt dit dossier sinds november 2000, een ongeziene lange periode voor een collectieve schadeclaim vanwege beleggers in Europa.
Reeds in februari 2001 heeft Deminor een klacht met burgerlijke partijstelling ingediend namens de meer dan 13.000 beleggers die Deminor samen met de consumentenorganisatie Test-Aankoop heeft verzameld.
Na zes jaar onderzoek en drie jaar procedurevoering met inbegrip van 20 maanden beraadslaging, heeft het Hof van Beroep van Gent op 20 september 2010 uitspraak gedaan in de zaak LHSP in een arrest dat meer dan 2000 bladzijden telt. De beslissing heeft enkel betrekking op de strafvordering. De schadeloosstelling is toen nog niet aan bod gekomen.
Uiteindelijk heeft het Hof van Beroep 8 beklaagden schuldig bevonden en een strafmaat toegewezen.
Het Hof van Beroep van Gent heeft medeoprichters en gedelegeerd bestuurders, Jo Lernout en Paul Hauspie, schuldig bevonden aan financiële fraude, alsook voormalig CEO Gaston Bastiaens en senior manager Nico Willaert. Alle vier werden veroordeeld tot vijf jaar celstraf, waarvan drie jaar effectief (behalve Gaston Bastiaens die werd veroordeeld tot twee jaar effectieve celstraf) aangezien ze schuldig werden verklaard aan vervalsing van financiële rekeningen, valsheid in geschriften en marktmanipulatie.
De heer Tony Snauwaert, actief in nevenbedrijven van LHSP, en de heer Thomas Denys, inmiddels overleden, advocaat en bestuurder, werden ieder veroordeeld tot twee jaar celstraf, terwijl de heer Carl Dammekens, financieel directeur, werd veroordeeld tot zes maanden voorwaardelijke celstraf.
Het Hof van Beroep van Gent heeft Artesia Bank (nu Dexia genoemd) en de revisoren van LHSP, KPMG, vrijgesproken in deze fraude zaak, daar de ten laste gelegde feiten niet bewezen zouden zijn.
Terwijl KPMG vrijgesproken werd, werd de revisor William Van Aerde, als verantwoordelijke voor de controle over de boekhouding van LHSP, veroordeeld tot een geldboete van € 2 478,93. Het Hof van Beroep heeft echter uitdrukkelijk verklaard dat hem een niet-opzettelijke beroepsfout wordt verweten.
Vier betichten (Philip Beernaert, Christophe Lammar, Patrick De Schrijver en Philippe Vermeulen) werden vrijgesproken wegens het feit dat ze te laat in verdenking werden gesteld, waardoor hun rechten van de verdediging werden geschonden. Voor de andere beklaagden werden de ten laste gelegde feiten niet weerhouden.
Deminor wijst er nogmaals op dat de uitspraak van het Hof van Beroep van Gent enkel betrekking heeft op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de tussenkomende partijen in deze fraudezaak. De vraag naar de schadeloosstelling zal verder besproken worden in het kader van de burgerrechtelijke procedure (wie gaat vergoeden? hoeveel? wie gaat de vergoeding mogen ontvangen?).
Een aantal veroordeelde partijen hebben nog getracht om bij het Hof van Cassatie hun veroordeling te betwisten, maar het Hof van Cassatie heeft op 29 november 2011 definitief uitspraak gedaan en alle veroordelingen bevestigd.
Sinds september 2010 wachten de beleggers op het verdere verloop van de procedure voor het Hof van Beroep in Gent, waar nu eindelijk ook moet worden beslist over de schadeloosstelling van de beleggers die door Deminor en Test-Aankoop zijn verenigd.
Pas op 11 oktober 2012, na heel wat aandringen, is een poging gedaan om dit proces eindelijk terug te bespreken voor het Hof van Beroep te Gent. Op dit informeel overleg tussen de rechters, de griffier en de advocaten van de partijen is gebleken dat er nog minstens 2 jaar nodig zal zijn om het proces tot een goed einde te brengen, en een uitspraak te bekomen.
Dit betekent dat deze zaak ten vroegste 15 jaar na de feiten op de burgerlijke aspecten zal gepleit worden.
Vele beleggers die hun hoop hadden gevestigd op onze rechtstaat, uiten hun onbegrip en zelfs hun woede en stellen zich de vraag of het gerecht met twee snelheden werkt.
Dit onbegrip is des te groter aangezien in diezelfde zaak, voor dezelfde feiten, in een collectieve actie in de Verenigde Staten van Amerika, een schadevergoeding is betaald door zowel de veroordeelde bestuurders (5,27 miljoen US$), door KPMG (115 miljoen US$) en zelfs door Artesia Bank (60 miljoen US$). Deze zogenaamde settlements zijn ondertekend in 2005 en 2007, maar zijn enkel toegankelijk voor de beleggers die hun aandelen kochten op de Amerikaanse NASDAQ beurs.
Gelet op de vrijspraak van Dexia Bank benadrukt Deminor dat de kansen voor voormalige LHSP-aandeelhouders om nog aanspraak te kunnen maken op een schadeloosstelling t.a.v.Dexia Bank beperkter zijn geworden.
Gelet op het feit dat het Hof van Beroep verklaart dat de ten laste gelegde feiten niet aan KPMG zelf kunnen worden verweten, maar toerekenbaar zijn aan William Van Aerde persoonlijk, betekent dit zeker niet dat KPMG niet aansprakelijk kan gesteld worden voor de schade die de beleggers hebben geleden.
Aangezien het Hof van Beroep oordeelde dat hij een niet-opzettelijke beroepsfout wordt verweten, opent de veroordeling van William Van Aerde een mogelijkheid om aanspraak te maken op een schadevergoeding bij de verzekeraar van de commissaris en van de firma KPMG.
Deminor zal (samen met Test-Aankoop) zich blijven inzetten om in dit dossier, hoe lang de strijd moge zijn, een schadevergoeding te bekomen van haar cliënten.
Alle cliënten van Deminor en leden van Test-Aankoop krijgen regelmatig een nieuwsbrief, minstens wanneer er belangrijke ontwikkelingen zijn.
Indien u cliënt bent en u onze nieuwsbrief niet heeft ontvangen, verzoeken wij u dringend een e-mail te sturen naar info@deminor.com met vermelding van uw klantcode.