UPDATE: Het Europese Hof van Justitie bevestigt de boete van €880 miljoen die Scania is opgelegd in verband met het truckkartel. Deze beslissing is definitief.
Slachtoffers van het truckkartel die nog geen actie hebben ondernomen om compensatie te vragen voor hun verliezen als gevolg van het kartel, hebben nog steeds de mogelijkheid om schadevergoeding te eisen van Scania, ook voor trucks die ze van andere fabrikanten hebben gekocht. Deminor kan hulp bieden en financiering ter dekking van hun juridische kosten.
De financieringsoplossing van Deminor houdt in dat haar klanten enkel een vergoeding moeten betalen in geval van succes.
Deminor verdedigt de belangen van bedrijven uit verschillende landen die middelzware en/of zware vrachtwagens kochten, huurden of leaseden van de vrachtwagenfabrikanten die een kartel vormden tussen 1997 en 2011. Het doel is om compensatie te verkrijgen voor de verliezen die zij hebben geleden als gevolg van dit illegale truckkartel. Deminor financiert momenteel twee collectieve juridische procedures die zijn gestart ten behoeve van de slachtoffers van het vrachtwagenkartel.
Klanten van Deminor die middelzware (tussen de 6 en 16 ton) en zware vrachtwagens (zwaarder dan 16 ton) kochten, huurden of leaseden, hebben zich bij deze twee collectieve procedures aangesloten.
Het kartel leidde tot hogere prijzen voor trucks en tot andere verliezen voor degenen die trucks hadden gekocht, geleased of gehuurd. Economische experts schatten dat de prijsverhoging van een truck ten gevolge van het truckkartel zo’n 10% van de waarde van de vrachtwagen bedraagt. Naast schadevergoeding in verband met deze te hoge waarde van de vrachtwagens, kunnen slachtoffers van het kartel ook rente vorderen vanaf de datum van aankoop (inclusief via leasing of huur). Aangezien het truckkartel vele jaren geleden plaatsvond, kan de te vorderen rente resulteren in een aanzienlijke verhoging van de te vorderen schadevergoeding.
Op 19 juli 2016 kondigde de Europese Commissie aan dat zij had vastgesteld dat MAN, Volvo/Renault, Daimler, Iveco en DAF de antitrustregels van de EU hadden overtreden. Deze vrachtwagenfabrikanten hebben 14 jaar lang, van 1997 tot 2011, samengespannen ten aanzien van de prijzen van vrachtwagens en over het doorberekenen van de kosten van naleving van strengere emissieregels. Ze erkenden hun betrokkenheid bij het kartel en gingen akkoord met een schikking met de Europese Commissie.
De Commissie legde een recordboete op van 2,93 miljard euro op. Er werd ook een procedure gestart door de Commissie tegen Scania, maar Scania viel niet onder de schikking en dus werd het onderzoek tegen Scania voortgezet. Dit leidde uiteindelijk tot een besluit van de Europese Commissie van 27 september 2017 om Scania een boete van meer dan 880 miljoen euro op te leggen voor haar deelname aan het truckkartel.
De boete voor Scania is bevestigd door het Gerecht en nu door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze beslissing is definitief. Slachtoffers van het truckkartel die nog geen actie hebben ondernomen om compensatie te vragen voor hun verliezen als gevolg van het kartel, hebben nog altijd de mogelijkheid om schadevergoeding te eisen tegen Scania, ook voor trucks die ze van andere fabrikanten hebben gekocht, gehuurd of geleased. Dat dit ook voor trucks van andere fabrikanten kan, is een gevolg van het feit dat Scania samen met de andere leden van het kartel aansprakelijk is.
De Europese Commissie verklaarde expliciet in haar persbericht dat elke persoon of onderneming die getroffen wordt door concurrentiebeperkend gedrag zoals beschreven in deze zaak, de zaak voor de rechter van de lidstaten kan brengen en schadevergoeding kan eisen.